WEDSTRIJDGERICHTE TRAININGSVORM – VAN VERDEDIGING NAAR AANVAL MET FOCUS OP RUIMTE

Spelsituatie:
Elke ploeg verdedigt een eigen doel.

Aanval en verdediging:
Wanneer een ploeg aanvalt op een bepaald doel, krijgt de verdedigende ploeg hulp van een derde team. Deze derde ploeg vormt samen met het verdedigende team een bondgenootschap.
De bondgenoten verdedigen samen tegen de aanvallende ploeg.

Voorbeeld:
De groene en zwarte ploegen bundelen hun krachten om hun doelen te verdedigen tegen de rode ploeg, die in de aanval is.
Bij een balonderschepping verandert de situatie: het team dat de bal verovert, gaat over naar de aanval, en de bondgenootschappen worden opnieuw gevormd.

Puntensysteem:
Scoort een ploeg een doelpunt, dan ontvangen zowel het aanvallende team als hun bondgenoot elk één punt (bijv. 1 – 1 – 0).

Bijzonderheden:
Spelers mogen achter de doelen spelen om balverlies te beperken en het spel vloeiend en dynamisch te houden.
Zijn er geen doelmannen? Gebruik dan kleinere doelen of alternatieven zoals kegels of pionnen.

Variatie:
In de standaardvorm is het verdedigende team altijd in de meerderheid dankzij bondgenoten.
Voor een andere dynamiek kun je dit omdraaien: geef de ploeg in balbezit een bondgenoot in plaats van het verdedigende team.