Plaats drie kegels in een rechte lijn: Kegel A is het startpunt. Kegel B staat op 20 meter afstand van Kegel A. Kegel C staat op 30 meter afstand van Kegel A. Verdeel de groep in twee teams en positioneer elk team bij respectievelijk kegel A en kegel C, zodat ze tegenover elkaar staan.
Start: Op het fluitsignaal vertrekken beide spelers: speler A sprint vanaf Kegel A en speler C vanaf Kegel C.
Doel van Speler A: Speler A sprint naar Kegel B, maakt een korte draai om de kegel, en sprint zo snel mogelijk terug naar Kegel A.
Doel van Speler C: Speler C probeert speler A in te halen en aan te tikken voordat deze terug is bij Kegel A.
Rotatie: Na de actie sluit speler C aan bij groep A. Speler A wandelt rustig door naar groep C.
Coachingspunten: Moedig spelers aan om voluit te sprinten en elkaar uit te dagen. Stimuleer speler C om actief op de tegenstander af te gaan en te tikken. Leg de nadruk bij speler A op een snelle, korte draai om kegel B.
Opmerkingen: Deze oefening wordt uitgevoerd na de warming-up. Elke speler sprint ongeveer 4 à 5 keer, afhankelijk van de groepsgrootte. Bij kleinere groepen: let op voldoende herstel tussen de sprints.
120 opwarmingsoefeningen
140 afwerkingsoefeningen
90 pass- en trapoefeningen
80 conditieoefeningen
80 extra documenten
750 voetbaltrainingen